Schone energie? Eerst nog 80 miljoen kilometer aan stroomkabels nodig

Om de klimaatdoelen te halen tegen 2040 zijn niet alleen windmolens en zonnepanelen nodig. De stroomnetten vormen de zwakke schakel, en wereldwijd is voor 80 miljoen kilometer aan nieuwe elektriciteitsleidingen nodig, stelt het Internationaal Energieagentschap (IEA).

Schone energie? Eerst nog 80 miljoen kilometer aan stroomkabels nodig
Photo by Casey Horner / Unsplash

Stroomnetten vormen al ruim een eeuw de ruggengraat van energiesystemen die huizen, fabrieken, kantoren en ziekenhuizen van stroom voorzien en hun belang zal alleen maar toenemen, stelt het agentschap. Maar de groei van de netten houdt geen gelijke tred met de snelle opmars van zonne- en windenergie, elektrische auto’s en warmtepompen.

Er zijn dan ook dringend meer investeringen nodig in sterkere systemen, zo niet komen de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs in gevaar. Om alle nationale klimaat- en energiedoelen te bereiken zal tegen 2040 zo’n 80 miljoen kilometer elektriciteitsleidingen moeten worden aangelegd of vervangen, stelt het agentschap in een nieuw rapport. De investeringen, die nu grotendeels stagneren, moeten tegen 2030 verdubbelen tot ruim 600 miljard dollar per jaar.

Nu al file

Uit het rapport blijkt dat nu al problemen aan het ontstaan zijn, zoals een groeiend aantal projecten dat wacht op groen licht om op het elektriciteitsnet te worden aangesloten. In totaal 1500 gigawatt van dergelijke projecten is al in een vergevorderd stadium - dat is vijf keer de hoeveelheid zonne- en windenergie die vorig jaar is toegevoegd aan het net.

“De recente vooruitgang op het gebied van schone energie die we in veel landen zien is ongekend en is reden tot optimisme”, zegt Fatih Birol, uitvoerend directeur van het IEA. “Maar die snelle opmars kan in gevaar komen als regeringen en bedrijven er niet samen voor zorgen dat ook de elektriciteitsnetten klaar zijn. We moeten vandaag in de netten investeren, anders dreigt een patstelling.”

Elektriciteit groeit

De rol van elektriciteit zal naar verwachting sterk blijven groeien, waardoor ook de eisen aan de netwerken toenemen. De opmars van nieuwe technologieën zoals elektrische auto's en warmtepompen betekent dat elektriciteit zich uitbreidt naar gebieden die vroeger gedomineerd werden door fossiele brandstoffen. Intussen voegen landen in hoog tempo duurzame energieprojecten toe, waardoor er nieuwe verbindingen met het net nodig zijn, en robuuste distributiesystemen.

Het rapport reikt verschillende strategieën aan, waaronder sterkere interconnecties binnen en tussen landen en regio’s om elektriciteitssystemen veerkrachtiger te maken de variabele input van wind en zon beter te verwerken. Regeringen moeten volgens het IEA grootschalige transmissieprojecten steunen om hun stroomnetten klaar te stomen voor de opmars van hernieuwbare energie. En netwerkbeheerders moeten snel digitaliseren, zodat de netwerken van de toekomst veerkrachtiger en flexibeler worden.

Daarvoor is er heel weinig tijd, want netten uitbreiden en digitaliseren is een moeizaam proces. Het duurt vaak vijf tot vijftien jaar om nieuwe netwerkinfrastructuur te plannen, de nodige vergunningen te verlenen en te voltooien. Dat is veel langer dan de één tot vijf jaar die nieuwe energieprojecten nodig hebben.

Internationaal

Het belang van internationale samenwerking is cruciaal, zegt het IEA. Niet alleen via interconnecties tussen stroomnetten van landen, maar ook om bijvoorbeeld ontwikkelingslanden bij te staan in de transitie.

Groei- en ontwikkelingslanden - met uitzondering van China - zagen de afgelopen jaren de investeringen in hun stroomnet dalen, ondanks de groei van de vraag naar elektriciteit en de doelstelling op het gebied van de toegang tot energie.

“De internationale gemeenschap heeft de essentiële taak ervoor te zorgen dat ontwikkelingslanden over de middelen beschikken die ze nodig hebben om elektriciteitsnetwerken aan te leggen en te moderniseren”, zegt Birol. “Door financiering te mobiliseren, toegang te bieden tot technologie, en kennis te delen op het gebied van beleid, kunnen geïndustrialiseerde landen helpen het leven van mensen te verbeteren, duurzame ontwikkeling te versterken en de risico’s van klimaatverandering te verminderen.”

Bron: IPS